Is de voorbede in de H. Mis verplicht?

De voorbede, ook gebed van de gelovigen genoemd, is een gebed in de Mis vlak vóór het voorbereiden van de offergaven, gericht naar God, ingeleid door de hoofdcelebrant, met verscheidene intenties die door een niet gewijde gelovige mogen worden voorgedragen, en afgesloten met een oratie door de celebrant. Men spreekt in het algemeen van de voorbede in enkelvoud.

Er zijn aanwijzingen dat die in de eucharistie van de eerste eeuwen bestond maar ze is niet meer aanwezig in het Missaal van het Concilie van Trente, uitgezonderd op Goede Vrijdag onder de vorm van gebed van de gelovigen en in de litanie van alle heiligen in de Paasviering.

Sommige liturgisten menen ook dat de memento’s van Romeinse Canon en de oratie ‘secreta’ van de Tridentijnse liturgie een overblijfsel zijn van de voorbede (vgl. I. Schuster O.S.B., ‘Liber Sacramentorum’, Notes historiques et liturgiques sur le Missel Romain, Bruxelles, Vromant & C°, 1925, p. 153). De memento’s zijn die twee pauzes in het eucharistisch gebed I waarin de priester in stilte bidt voor bepaalde intenties, respectievelijk voor de levenden vóór de consecratie en voor de overledenen na de consecratie.

In de huidige Mis, de Novus Ordo, zeggen de rubrieken: “Het is passend dat dit gebed gewoonlijk plaatsvindt in missen met het volk” (Algemeen Statuut van het Romeins Missaal, Editio typica tertia 2002 / emendata 2008, nr. 69).

Die zou kunnen wegvallen maar dan uitzonderlijk of in de Missen waar de priester celebreert met enkel één misdienaar. Bepaalde liturgisten kunnen zich de vraag stellen of de voorbede zo belangrijk is. In plaats van hen aan het woord te laten, denk ik dat het goed is de heiligen die vraag te laten beantwoorden: het is opvallend te zien hoe veel belang ze hechtten aan de memento’s van de Romeinse canon.

Nu dat het gebruik van het eucharistisch gebed I (Romeinse canon) niet meer veralgemeend is sinds de liturgische hervorming van 1970, lijkt het logisch te denken dat de intenties van de voorbede de rol van de memento’s hebben overgenomen en dat ze niet zomaar mogen wegvallen door een gril van de celebrant.

Een duidelijk geval waar de voorbede zou mogen wegvallen is wanneer de celebrant de Romeinse canon gebruikt want dan kunnen de memento’s de rol overnemen van de voorbede. Deze manier van doen heeft het voordeel dat ze tussen het Concilie van Trente en het Tweede Vaticaanse Concilie de enige was in de Westerse Kerk, en wat tijdens vier eeuwen juist was kan niet verkeerd zijn geworden.

Dus samengevat: in Missen met het volk aanwezig wordt de voorbede best niet achterwege gelaten, tenzij de Romeinse canon wordt gebruikt.